De term ‘probioticum’ is afgeleid van het Griekse woord voor ‘voor het leven’ en werd in 1965 bedacht door Daniel Lilley en Rosalie Stillwell (Lilley en Stillwell 1965) om precies de tegenovergestelde betekenis van ‘antibioticum’ over te brengen en werd later verfijnd om zich specifiek op de voordelen te concentreren. naar de gastheer.
Een probioticum is een levend micro-organisme dat, wanneer het in voldoende hoeveelheden wordt toegediend, een gezondheidsvoordeel voor de gastheer oplevert (Vinderola et al 2022). In onze bestuivingsanalogie zijn bestuivers als probiotica.
Bestuivers wereldwijd bestaan uit meer dan 15.000 soorten, voornamelijk bijen, wespen, kevers, motten, vleermuizen en vogels. Op dezelfde manier zijn probiotica de levende micro-organismen, meestal bacteriesoorten, die aanwezig zijn in het voedsel dat we eten of de supplementen die we kopen en die onze gezondheid verbeteren. Over het algemeen zijn probiotica afkomstig uit zeven kernbacteriegeslachten die het vaakst worden gebruikt in commerciële producten, waaronder Lactobacillus, Bifidobacterium, Saccharomyces, Streptococcus, Enterococcus, Escherichia en Bacillus