Braam
Het geslacht braam is een grote diverse groep van soorten. Ze vormen lange stekelige stengels die afhankelijk van de soort recht omhoog gaan of boogvormig terugbuigen naar de grond. De laatste kunnen vervolgens weer wortelen en zo grote oppervlakten bedekken. De stengels kunnen verhouten maar sterven na 2 of 3 jaar af. De braam vormt hiermee een groep planten tussen de kruidachtige vaste planten en de houtige struiken.
De bloei is van eind mei tot september. De bloemen zijn roze (zoals bij de prachtframboos) tot wit (zoals bij de zwarte bramen). In de tweede helft van het jaar verschijnen de rood tot zwarte bessen. De bes betreft een zogenaamde verzamelsteenvrucht. De bestuiving vindt plaats door insecten, vooral bijen en hommels.
Gebruik
Van de soorten in het geslacht braam worden vooral de vruchten gebruikt. De vruchten zijn rood tot donkerblauw. Ze hebben een zoete smaak en worden zowel vers gegeten als verwerkt in bijvoorbeeld jam.
Van de bladeren van de braam kan een kruidenthee worden getrokken. Hiervoor moeten de bladeren na het plukken worden gedroogd op een droge en luchtige plaats. Hierna kan er van de gedroogde bladeren kruidenthee worden getrokken.[6]
Voor de teelt van bramen worden stekelloze rassen gebruikt. Deze rassen zijn ontstaan uit kruisingen tussen verschillende Rubus-soorten en worden alleen onder de geslachtsnaam Rubus vermeld. Een veel gebruikte doornloze cultivar is Rubus ‘Thornless Evergreen’. Hiernaast zijn er ook vele rassen framboos en kruisingen tussen bijvoorbeeld braam en framboos.
Het Nederlandse RIVM adviseert wilde bosvruchten zoals bramen te wassen en liefst nog te koken, zoals bijvoorbeeld bij jambereiding. Op plaatsen waar vossen voorkomen kunnen wilde vruchten namelijk besmet zijn met lintwormen via de uitwerpselen van vossen. In Nederland en België is dit echter vrij zeldzaam.
Ecologische waarde
Braamstruwelen kunnen dankzij hun stekelige aard een goed schuil- en leefgebied vormen voor vele dieren. Zo maakt de boomkikker graag gebruik van dergelijke struwelen in de nabijheid van plasjes. Hiernaast kunnen ook vogels nestgelegenheid vinden in de dichte structuren.
Het blad van de braam wordt gegeten door bijvoorbeeld het ree. Ook voor grote grazers is het een goede voedselbron in de winterperiode als andere gewassen minder beschikbaar zijn.
Op kapvlakten of andersinds verstoorde terreinen kan de braam snel grote oppervlakten bedekken. En hiermee andere soorten verdringen. Dit proces wordt ook wel “verbraming” genoemd het gebied. Dit kan worden gezien als het voorstadium in de successie naar bosontwikkeling
Bron wikipedia lees meer https://nl.wikipedia.org/wiki/Braam_(geslacht)
lees meer https://www.van-nature-gezond.nl/plant-leven-brengt-leven/